Deze maand recenseer ik voor de literaire sichting Perdu een aantal recensies. Gisteren verscheen op hun weblog de eerste over een voorleesavond van Toon Tellegen:
"Toon Tellegen kende ik nauwelijks, voordat ik afgelopen donderdag naar Perdu ging. Ik was wel eens met zijn werk in aanraking gekomen bij een meisje thuis, die me enthousiast iets liet lezen over een mier, een sprinkhaan of een lieveheersbeestje die praatte over de zin van het leven en allerlei andere diepe dingen. Er ging van deze dierenverhalen wel een zekere charme uit, maar ze konden mij niet echt boeien. In de gesprekken van de dieren werden grote woorden klein gebracht, maar voor mij kwam de noodzaak om ze überhaupt te brengen niet over.
In Perdu ging het afgelopen donderdag 4 december niet over dieren. Anders dan de titel Raafvogels doet vermoeden gaat de dichtbundel niet over raven of vogels, maar over een gezin, met een vader in de hoofdrol. Toon Tellegen droeg de hele bundel voor, waarbij Albert van Veenendaal tussen twee gedichten in steeds een paar akkoorden op de piano speelde, de ene keer donker en dreigend de andere keer dissonant en pijnlijk.
In zijn inleiding vertelde Tellegen dat hij twaalf jaar geleden aan een roman begon over een zeventienjarige jongen met verbeeldingskracht. De jongen verzon eerst een familie, daarna zijn imaginaire zelf en ten slotte kreeg hij een psychose en belandde in een kliniek. Omdat Tellegen de roman mislukt vond, verscheurde hij vijf jaar geleden het manuscript en gooide de snippers in de Stadhouderskade – dat vertelde hij tenminste. Alleen de gedichten die de hoofdpersoon over zijn verzonnen vader schreef, bewaarde Tellegen en publiceerde ze later als Raafvogels.
Ieder gedicht van de bundel begint met de woorden ‘Mijn vader’, vervolgens komt er een sleetse uitdrukking. De vader ‘waste’ bijvoorbeeld ‘zijn handen in onschuld’, ‘kookte in zijn sop’, en ‘raakte aan lager wal’. Tellegen gebruikt de clichés echter bewust. Hij speelt er een spel mee. Zo schrijft hij: ‘Mijn vader speelde met vuur en vloog in brand’ en ‘Mijn vader liep in zeven sloten, maar mijn moeder verdronk’. Dit spel zorgt voor eenzelfde soort komisch effect als de gesprekken in de dierenverhalen, en net zoals de dieren komt de vader regelmatig in aanraking met het diepere en existentiële. Ook bij Raafvogels ontging me echter de reden hiervoor en ik had niet het idee dat het meer was dan spielerei.
Dat is jammer, want Raafvogels roept wel allerlei vragen op. Waarom schrijft hij zo afstandelijk over een vader, over een vader die bovendien ook nog eens verzonnen is? Wilde Tellegen met zijn woordspelletjes meer bewerkstelligen dan een droogkomisch effect? En waarom worden al die grote woorden alleen maar genoemd, terwijl poëzie traditioneel een genre is dat iets toont en je dingen laat invoelen? Het was jammer dat Tellegen na afloop hierover niet werd geïnterviewd, dan had je op de avond iets meegekregen dat je niet krijgt als je alleen de bundel leest.
Dit zijn echter wel allemaal vragen over de literaire keuzes van de auteur. De gedichten zelf bleven voor mij een rustig, voortkabbelend spel met uitdrukkingen – best prettig om naar te luisteren, zeker omdat Tellegen een mooie, rustige stem heeft, maar niet voor veel langer dan een paar gedichten. De gedichten prikkelden niet, niet mijn verbeelding en niet mijn verstand. Natuurlijk hoeft dat ook niet. Maar als een schrijver zoveel woorden wijdt aan ‘het diepere’ en ‘het hogere’, wil ik op zijn minst een keer meegenomen worden naar de diepten van de taal en die zogenaamd diepere zaken ervaren. "
Sake van der Wall
zondag 7 december 2008
zaterdag 29 november 2008
Foto
Ik kwam mijn eigen foto tegen op de onderstaande site. Binnenkort wordt deze foto ook afgedrukt in een Engels boek over architectuur, in een sectie over Brunelleschi.
http://www.skyscrapercity.com/showthread.php?t=445441&page=123
http://www.skyscrapercity.com/showthread.php?t=445441&page=123
vrijdag 28 november 2008
De dood vermomt als Bling
In de rij voor het Rijksmuseum stonden een paar jongeren. Met hun petjes en Nikes behoorden ze niet tot het gangbare museum publiek. Ik hoorde hen fantaseren over de met diamanten ingelegde schedel van Damien Hirst. Een van de jongens zei dat je de schedel aan een kettting om je nek moest hangen. 'Als ik dat doe dan trek ik wel een tovenaar van Merlijn pak aan', zei een ander. Iemand opperde om het filmpje ervan op Youtube te zetten. Ook viel het woord 'bling'.
Om bij de schedel te komen moest je langs twee bewakers, en dan door een soort van bocht die fungeerde als lichtsluis, en dan door een donkere gangetje de zwarte kamer in waar de schedel in het midden in de spotlights stond te blingen. De jongens zag ik niet, toen ik binnen was, maar er waren verscheidene toeschouwers. Kinderen die precies konden zeggen hoe oud de man was geworden van wie zijn schedel was gebruikt. Een oudere man met grote verhalen over de verkoop van schedels in India. En veel, veel stelletjes.
Wat mij vooral opviel was hoe zeer het kunstwerk uitnodigde om er precies naar te kijken. De toeschouwers stond met hun neus op het glas en wezen op de vele fijngezette diamantjes. Misschien bestaat de betelkenis van het schilderij ook wel daaruit: het trekt mensen aan tot iets wat eigenlijk verschrikkelijk is, zonder dat zij het waarschijnlijk door hebben, als een mot die wordt aangetrokken tot het vlammetje van een kaars.
Om bij de schedel te komen moest je langs twee bewakers, en dan door een soort van bocht die fungeerde als lichtsluis, en dan door een donkere gangetje de zwarte kamer in waar de schedel in het midden in de spotlights stond te blingen. De jongens zag ik niet, toen ik binnen was, maar er waren verscheidene toeschouwers. Kinderen die precies konden zeggen hoe oud de man was geworden van wie zijn schedel was gebruikt. Een oudere man met grote verhalen over de verkoop van schedels in India. En veel, veel stelletjes.
Wat mij vooral opviel was hoe zeer het kunstwerk uitnodigde om er precies naar te kijken. De toeschouwers stond met hun neus op het glas en wezen op de vele fijngezette diamantjes. Misschien bestaat de betelkenis van het schilderij ook wel daaruit: het trekt mensen aan tot iets wat eigenlijk verschrikkelijk is, zonder dat zij het waarschijnlijk door hebben, als een mot die wordt aangetrokken tot het vlammetje van een kaars.
woensdag 26 november 2008
Terreur in Mumbai
Ruim acht maanden geleden, liep ik door Mumbai. Op dit moment zijn daar grootschalige terroristische aanslagen aan de gang. Wat er precies aan de hand is, is nog onduidelijk, maar in ieder geval zijn er mannen met geweren het Taj Mahal Hotel binnengegaan, zijn er in het Victoria treinstation handgranaten ontploft. Zeker tien mensen zijn overleden. Maar de terreur lijkt zich als een olievlek over de stad uit te spreiden. Er is in het westen van de stad een taxi gevonden vol munitie. Er wordt nog steed op meerdere plekken geschoten. Er zijn berichten dat het leger de stad binnentrekt. De chaos van het moment doet me denken aan de chaos op elf september, kort nadat een vliegtuig de tweede toren in was gevlogen.
In India vinden wel vaker terroristische aanslagen plaats. Maar nu lijkt het groter. Dat juist Mumbai getroffen wordt, is ook zorgelijk. De Hindu-fundamentalisten zijn daar zeer sterk. Als er Moslims achter de aanslagen zitten, kunnen er wraakacties volgen, met nog vele honderden, misschien wel duizenden doden - zoals na rellen in Mumbai in het begin van de jaren negentig.
In India vinden wel vaker terroristische aanslagen plaats. Maar nu lijkt het groter. Dat juist Mumbai getroffen wordt, is ook zorgelijk. De Hindu-fundamentalisten zijn daar zeer sterk. Als er Moslims achter de aanslagen zitten, kunnen er wraakacties volgen, met nog vele honderden, misschien wel duizenden doden - zoals na rellen in Mumbai in het begin van de jaren negentig.
zondag 16 november 2008
De waterschappen hebben een Obama nodig
Het is weer verkiezingstijd. Na alle aandacht voor de Amrekikaanse presidentsverkiezingen, kunnen wij Nederlanders ook onze stem laten horen, in, jawel, de waterschapsverkiezingen. Natuurlijk heb ik ooit gehoord, bij geschiedens, hoe belangrijk de waterschappen zijn geweest bij de ontwikkeling van de Nederlandse democratie, maar toch willen die waterschappen niet echt bij mij gaan leven - en volgens mij ben ik de enige niet. Omdat ik geen slecht burger wil zijn, ben ik toch maar even naar kieskompas gesurfd en heb daar de kiezwijzer ingevuld. Wat eruit kwam? Dat hou ik graag voor mezelf, maar toen ik de uitkomst zag, dacht ik: 'ja, maar daar ga ik echt niet op stemmen.' Ik nam de lijst nog eens door, maar ook de bekende partijen die meededen konden mij niet echt winnen. Ik stem namelijk graag op iemand die ik ken. En van alle kandidaten op de lijst kende ik er maar een: VVD-er Anne Lize van der Stoel. Ongetwijfeld een hele aardige vrouw, maar, behalve dat haar partij niet echt bij mij past, heeft haar optreden als stadsdeelvoorzitter van Centrum niet echt veel vetrouwen ingeboezemd.
zaterdag 1 november 2008
Moeitewaardmensen
We hadden al de 'Nieuwe Nederlander' of de 'Medelander' om onze allochtone mede Nederlanders op een aardige manier te omschrijven. Vanavond hoorde ik op de radio een nieuwe omschrijving voor 'vluchteling'. Als ambassadeur van het UNHCR voegde oud-premier Ruud Lubbers het woord 'moeite-waard-mens' aan het Nederlands toe. Vanaf vandaag zullen we vluchtelingen dus als 'moeite-waard-mensen' aanduiden.
vrijdag 26 september 2008
Abonneren op:
Posts (Atom)