woensdag 27 augustus 2008

Onverwerkte jaren tachtig

Omdat je tegenwoordig over de overwerkte jaren tachtig hoort te debatteren, probeerde ik hier met mijn broertje een gesprek over te voeren. Hij is van '81 en moet dus wel heel wat op zijn kerfstok hebben. 'Hoe is het eigenlijk met jouw onverwerkte jaren tachtig', begon ik voorzichtig.

Hij beweerde dat hij die niet had. Hij had in die tijd niets fout gedaan. Dit leek me zeer onwaarschijnlijk.

Nadat hij mijn vraag ontkennend had beantwoord, begon hij verdacht zenuwachtig door de kamer heen en weer te lopen. Hij zette water op. Een ongemakkelijke stilte daalde in de kamer neer. Op de televisie verkondigden sociologen, politici en journalisten allerlei meningen over het actiewezen in de jaren tachtig, de periode die voor mijn generatie pas écht beslissend is geweest.

Ik durfde mijn vraag aanvankelijk niet te herhalen. De lieve familievrede is ook wat waard. Uiteindelijk probeerde ik het toch weer: 'maar jij hebt écht niets onverwerkts uit de jaren tachtig?'

'Ik heb de Gnaden des Spätgeburts', antwoordde de promovendus in de Duitse geschiedenis. En hij schonk een kop thee in en liep de kamer uit, als iemand die met zijn verleden alleen wil zijn.

zaterdag 23 augustus 2008

Nieuwe foto's

Beter laat dan nooit. Ik heb afgelopen week een aantal foto's van mijn reis op internet gezet. Foto's van Jordanië, India en Nepal. Klik hier of op onderstaande foto's en geniet.


Woman with stone foot

IMG_4564

donderdag 21 augustus 2008

Bruine stompjes

Om ons welkom te heten had de opleiding lunchpaketten samengesteld, met daarin ook een appel een bakje melk. Melk drink ik niet en van melige appels hou ik ook niet. Na mijn tweede lunchpakket bleef ik dus met twee bakjes melk en een appel zitten.

Wie zou ik daar nu blij mee kunnen maken? Ik wist dat voor de Albert Heijn altijd een zwerver stond die iedereen altijd een prettige dag wenste. Mij ook, ook al was ik vaak langs hem gelopen zonder hem iets te geven. Hij bleef altijd aardig en beleefd.

Ik wilde iets voor de man terug doen en liep met het plastic tasje naar hem toe en vroeg of ik hem daar gelukkig mee kon maken.

Hij keek in het tasje en zei: 'De melk wel. Maar de appel kan ik niet aan.'

Ik weet niet of hij zijn tanden speciaal voor mij ontblootte, maar precies op dat moment zag ik tussen zijn lippen door een aantal bruinige stompjes. 'De appel kan ik niet aan hoor', herhaalde hij.

'Maar misschien ken je wel iemand die hem graag wil', antwoordde ik. Niet van plan het tasje terug te nemen.

'Ja', antwoordde hij langzaam. Toen ik wegliep, bedankte hij me nog steeds vriendelijk.

maandag 4 augustus 2008

Punk is cool

Toen ik zaterdagavond in mijn tweede oppashuis kwam, stond mijn nieuwe huisgenote al achter de deur op me te wachten. Ik dacht dat ze honger had, dus ik liep naar de keuken. Ze liep met me mee, maar nadat ik haar bakje had gevuld, begon ze niet aan haar diner, maar bleef ze achter me aanlopen, af en toe kopjes tegen mijn been gevend. Punk - een zwartwitte poes met lang haren - wilde gewoon wat aandacht. Ik moest eigenlijk naar de kroeg, maar het regende buiten, dus dat kon wel even wachten; ik ging op de bank zitten en Punk kwam meteen op schoot. Ik denk dat ik de komende maand met Punk wel goede vrienden wordt.

vrijdag 1 augustus 2008

Fopspeen


De mooiste ruzie's met mijn broertje had ik op de achterbank van de auto. Tijdens de lange ritten door Frankrijk was hij voor mij (en ik voor hem) een dankbaar object om de verveling af te reageren. Ooit besloot ik bijvoorbeeld dat zijn knuffel - een meeuw - moest vliegen en gooide ik hem met een grote boog door het raam naar buiten.

Wat me ook goed bijstaat: de geïrriteerde reacties van mijn vader. 'Nu moet het afgelopen zijn met dat kinderachtige gedoe', snauwde hij over zijn schouder, vaak nog voordat mijn broertje en ik het doorhadden dat we aan het zieken waren.

Een nieuwe generatie lijkt grotendeels verstoken te blijven van dit soort ervaringen. Steeds meer gezinnen nemen op vakantie een spelcomputer mee of hebben een dvd-speler op de achterbank geïnstalleerd, zo schrijft de NRC gisteren. Een vader zegt in het stuk dat hij de DVD-speler onderweg installeert, vlak voordat hij boos wordt. Een onderzoeker zegt dat het vele computeren de ouders geen zorgen baart. 'Die vinden het ergens weg lekker om hun kinderen zo bezig te zien.'

De definitie van modern ouderschap? Een kind nemen om er vervolgens zo weinig mogelijk last van te hebben? Als Keesje zijn fopspeen is ontgroeid, geven we hem een gameboy om hem rustig te houden. Gelukkig werkt het niet en maken de kinderen nog wel ruzie, maar dan wel over wie er nu op de computer mag. Dat is toch minder mooi dan het uit het raam gooien van de knuffel van je broertje.

Ook een mooie achterbank-herinnering is dat ik als vijftienjarige Hermans' Donkere kamer las. De autoritten konden me niet lang genoeg duren en ik wilde de auto niet uitkomen als we stopten om een of ander saai dorp te bekijken. Ook dit zal een vijftienjarige niet snel meer meemaken. Begin ik dan toch oud te worden?

(Het stuk in de NRC pas overigens in een bredere discussie over de invloed van digitalisering op onze intelligentie. Zie hier en hier.)

donderdag 31 juli 2008

Speedboot

In de boekenkast van mijn oppashuis stond Joe Speedboot. Vanwege de vreselijke titel was ik nooit aan deze roman begonnen, al had alle goede pers me wel nieuwsgierig gemaakt. Op zoek naar een boek, zwichtte ik vanochtend echter voor de hype, net zoals ik ooit aan de Da Vinci Code begon.

Over de inhoud van het boek - voor zover ik het heb gelezen - zal ik kort zijn: een veertienjarige jongen, die door een ongeluk grotendeels verlamd is, raakt gefascineerd door een één jaar jongere jongen, genaamd Joe Speedboot, die in zijn dorpje is komen wonen toen de hoofdpersoon in coma lag. Joe Speedboot is een enfant tèrrible: hij maakt bommen, ramt met een vrachtwagen een voorgevel, terwijl zijn dode vader voorop de wagen ligt, etc. Hij doet kortom van alles waar de hoofdpersoon maar van kan dromen.

Alles is opgeschreven vanuit het perspectief van de veertienjarige gehandicapte jongen, tenminste, dat is de bedoeling, maar het taalgebruik en visie van de ik-persoon komen niet over als die van een veertienjarige. Een gekunstelde rauwheid druipt ervan af, zoals je die ook wel tegenkomt in bij platpratende lefgozers in een series van de VARA. Een voorbeeld: de ik-persoon heeft een 'pismaat', iemand die hem op school helpt bij het plassen door zijn 'pik in het urinaal' te hangen. Zijn pismaat helpt hem echter niet bij de grote boodschap, die doet hij thuis met de hulp van zijn moeder, want 'ik dult niemand anders achter mijn hol.'

Hoort u het een veertienjarige puber al zo zeggen? En dit: 'op de punt van een krib zitten twee ruggen, met twee lange antennes antennes vangen signalen uit het water op'. Alleen een slechte schrijver kan vissende mannen zo omschrijven, in een veertienjarige zal zulke metaforiek vermoed ik niet snel opkomen.

Toen ik klaar was met ontbijten, heb ik het boek maar weggelegd. Al wilde ik wel nog wat weten. De hoofdpersoon vertelt namelijk niet hoe hij in coma is geraakt en hij vertelt niet hoe de vader van Speedboot is gestorven en waarom hij voorop de truck lag. Doorlezen dus, zoals je ook het einde van een slechte film wilt weten? Een film is echter snel voorbij en in goedkope literaire trucs trap ik liever niet.

woensdag 23 juli 2008

Ervaringen van een eenzame huisbewaarder - 1

Vandaag liep ik met de sleutels van vijf huizen over straat en vandaag verhuisde ik voor de zevende keer in drie en een halve maand. Toen ik begin april terugkwam van een lange reis waarvoor ik alles - mijn baan, mijn huis - heb moeten opgeven, zou ik bij mijn vriendinnetje intrekken, maar met haar liep het na al die maanden van gescheiden leven al snel mis. Gelukkig kon ik op het huis van een vriend passen en zo begon mijn zwerftocht door mijn thuisstad, als stadsnomade trok in van huis naar huis.

Soms woonde ik op stand, soms in een bescheiden maar fijne sociale huurwoning in een buurt die tegenwoordig door beleidsmakers als probleemwijk wordt aangeduid. Toen ik daar op de eerste dag van mijn verblijf naar buiten ging, zag ik in de schaduw van een boom een ongeschoren man in oude kleren languit op straat liggen, met zijn hoofd op een blikje bier als op een kussen. Er stonden ook junks voor het metrostation en af en toe werd ik wakker omdat mijn bovenbuurman op zondag om negen uur in de morgen Hip Hop draaide. Aan de andere kant was het om de hoek bij de beste bakker van de stad en kocht ik om de dag een vers brood en achterham, ongetwijfeld het lekkerste ontbijt van de stad.

Zo leer je buurten kennen. Nieuwe winkels, nieuwe restaurantjes, nieuwe mensen. De toeristische eettentjes aan het begin van de Spuistraat, de rustige, verjuppende Schinkelbuurt. maar soms woon je op plekken waar je al eerder woonde, zoals in het huis van een voormalig huisgenoot, en word je achtervolgd door het verleden en het moois dat je achterliet toen je op reis ging.

Met een nieuw huis krijg je soms huisgenoten bij. Mensen waarmee je nog nooit zo intiem bent omgegaan - en met wie je soms ook liever niet zo intiem wilt omgaan. Ik was in mijn oude huis op de Amstel opeens veroordeeld tot het meisje dat mijn kamer overnam. Ze draaide vaak Hip Hop en ik had haar eigenlijk weinig te melden. Gelukkig kon ik haar grotendeels ontlopen. Anders was dat toen in een ander huis na een afwezigheid van een paar weken opeens een Franse huisgenoot terugkwam. Ik was er niet en ik had me ook niet op zijn komst voorbereid: de huiskamer lag vol met mijn spullen, de eettafel had ik verbouwd tot een bureau en in de keuken waren de resten van mijn kookkunsten van de afgelopen weken nog alomtegenwoordig. De jongen draaide door, wat ik hem niet eens kwalijk kon nemen, maar ik vond het vervolgens wel vervelend om met zijn slordigheden geconfronteerd te worden: hij trok de wc niet altijd door, ik zag vaak gele plasjes in de pot liggen, waar ik liever niet boven hing.

Ik ben de discretie zelve. Ik zal nooit in laden kijken, zoeken naar foto's of andere persoonlijke dingen. Anders is het huisbewaren niet mogelijk. Maar de vrouwen die ik meeneem zijn dat - de discretie zelve - niet altijd. Toen ik een keer terugkwam van de wc, zag ik haar op de rand van het bed zitten, terwijl ze in een kratje zocht. Ze viste er een mapje uit. Vol opwinding maakte ze hem open en begon de foto's te bekijken. Als snel bleek het een teleurstelling. Saaie foto's van een feestje tijdens een studie in een ver buitenland die niet interessant waren voor anderen dan de direct betrokkenen.

Een andere teleurstelling is die van de geheime kamers. In huizen met meerdere kamers is er soms een kamer waar je om de een of andere reden niet komt en waarbij je ook een gevoel hebt dat het niet gepast is om daar te komen. Maar van wat verboden is gaat een enorme fascinatie uit, zelfs als je jezelf dat verbod hebt opgelegd. In het eerste huis was er een kamer van een huisgenoot die er nooit was. Toen ik voor het betrekken van de woning een rondleiding kreeg, had ik hem (de kamer) even gezien, maar dat was in een flits, ik onthield er weinig van en later kwam ik er nooit meer. Uiteindelijk werd mijn fascinatie zo groot dat ik op een dag de kamer binnenging. Het bleek gewoon een kamer.

Ook in mijn huidige huis heb ik een geheime kamer. De deur wordt geblokkeerd door een matras. Ik weet niet of de huisbazen dat bewust hebben gedaan. Ik heb de geheime kamer niet nodig, want het huis is groot genoeg en daarnaast woon ik er nog te kort om ernaar getrokken te worden. Nieuw in dit huis is dat ik er voor het eerst een taak heb: de planten water geven. Over anderhalve week krijg ik een huis met nog een grotere taak. Ik moet op een kat passen. U hoort nog van mij.

Foto's

sake.vanderwall - View my most interesting photos on Flickriver