vrijdag 28 november 2008

De dood vermomt als Bling

In de rij voor het Rijksmuseum stonden een paar jongeren. Met hun petjes en Nikes behoorden ze niet tot het gangbare museum publiek. Ik hoorde hen fantaseren over de met diamanten ingelegde schedel van Damien Hirst. Een van de jongens zei dat je de schedel aan een kettting om je nek moest hangen. 'Als ik dat doe dan trek ik wel een tovenaar van Merlijn pak aan', zei een ander. Iemand opperde om het filmpje ervan op Youtube te zetten. Ook viel het woord 'bling'.

Om bij de schedel te komen moest je langs twee bewakers, en dan door een soort van bocht die fungeerde als lichtsluis, en dan door een donkere gangetje de zwarte kamer in waar de schedel in het midden in de spotlights stond te blingen. De jongens zag ik niet, toen ik binnen was, maar er waren verscheidene toeschouwers. Kinderen die precies konden zeggen hoe oud de man was geworden van wie zijn schedel was gebruikt. Een oudere man met grote verhalen over de verkoop van schedels in India. En veel, veel stelletjes.

Wat mij vooral opviel was hoe zeer het kunstwerk uitnodigde om er precies naar te kijken. De toeschouwers stond met hun neus op het glas en wezen op de vele fijngezette diamantjes. Misschien bestaat de betelkenis van het schilderij ook wel daaruit: het trekt mensen aan tot iets wat eigenlijk verschrikkelijk is, zonder dat zij het waarschijnlijk door hebben, als een mot die wordt aangetrokken tot het vlammetje van een kaars.

Geen opmerkingen:

Foto's

sake.vanderwall - View my most interesting photos on Flickriver