zondag 6 juli 2008

De ongemakken van het rookverbod


Het bewijs dat het rookverbod ook voor niet-rokers geen pretje is:

Als ik aan het begin van de avond met mijn handen in zakken de bijna lege concertzaal door kijk, voel ik wat. Ik laat papieren overal slingeren, zelfs in mijn broekzak, en ook nu vind ik in mijn schoongewssen broek weer eens een klomp papierpulp. Ik peuter de hard geworden witte brok eruit en wil hem weggooien, maar omdat er op de tafeltjes geen asbakken meer staan loop ik wel een minuut zoekend door de zaal, voordat ik mijn troep enigzins bezwaard op de grond laat vallen.

Nu levert wat opgedroogde papierpulp niet zo veel rotzooi op, maar als ik later een uitgekauwd stuk kauwgom wil weggooien, krijg ik meer morele bezwaren. Moet ik hem onder een tafeltje plakken, zodat straks iemand er lekker met zijn hand overheen glijdt, of laat ik het gewoon op de grond vallen, waardoor iemand het onder zijn schoenen of, erger nog, aan zijn kleren krijgt - gelukkig is het geen sjieke gelegenheid en hebben de gasten geen dure kleren, maar toch...

Ik wed dat de minister hier geen rekening mee heeft gehouden. Evenmin met de penetrante zweetlucht die in de loop van de nacht als een mistige deken in de zaal gaat hangen. Sigarettenrook kun je de volgende dag gewoon uit je kleren wassen, maar de opdringerige geur van de stinkende medemens krijg ik nooit meer uit mijn geheugen. Dankzij het rookverbod weet ik hoe mensen kunnen stinken. Uitgaan wordt er vooralsnog niet aangenamer op. Hopelijk wennen alle desillusies.

Geen opmerkingen:

Foto's

sake.vanderwall - View my most interesting photos on Flickriver